Zand, hoogtemeters en doorzetten: tweede plek op de bosbokkentrail

Wat een bijzonder moment heb ik mogen meemaken, ik werd 2e op de 15 kilometer van de bosbokken trail!

Vorig jaar was dit een van de eerste trails die ik ooit liep, een jaar nadat ik met hardlopen was begonnen. Het was zwaar door het losse zand, de Meeuwenduinen, het strand en de hoogtemeters. Toch werd ik dat jaar 9e, iets wat ik als een mega prestatie zag. Sindsdien heb ik meerdere trails gelopen en één ding is zeker: hoogtemeters slopen je echt. Maar trails blijven het allermooiste en leukste om te doen.

Kevin en Bjorn schreven zich in voor de 30 kilometer dit jaar, ik was net te laat. Het is een kleinschalig evenement en zit daarom snel vol. En omdat ik wist dat dit een van de mooiste trails is die ik tot nu toe had gelopen, wilde ik echt meedoen. Ik zette een oproep op Instagram en vond een startbewijs voor de 30 kilometer. YES, ik doe mee!

Ik had nog niet echt een doel bepaald, want 30 kilometer is voor mij al een uitdaging op zich. Een week voor de trail werd Kevin ziek. Omdat we vaak samen lopen en elkaar erdoorheen slepen, wist ik niet of ik zonder hem wel wilde gaan. Het weer zag er veelbelovend uit en ik had er eigenlijk ook echt zin in: rennen op het strand en in de duinen! De avond ervoor besloot ik samen met een vriendinnetje toch die kant op te gaan, en ik koos er uiteindelijk voor om 15 kilometer te gaan lopen. Die had ik vorig jaar ook gelopen en mijn enige doel was om mijn tijd te verbeteren.

Echt goed voorbereid was ik niet. Ik stopte een gelletje van PurePower in mijn broekzak en dacht: het zal allemaal wel goedkomen. En dat kwam het! Om 9 uur vertrokken we naar Burgh-Haamstede en kwamen mooi op tijd aan. Het weer was fantastisch, eindelijk weer zon! In het startvak voelde ik geen spanning, wat ik normaal gesproken wel heb. Ik wilde gewoon lekker lopen en als het kon, sneller dan vorig jaar.

3, 2, 1… en daar gingen we, de trap over naar het strand. Ik begon vooraan en liep op het strand als 3e vrouw. Dat voelde goed, maar ik wist nog van vorig jaar dat ik tegen het einde vaak word ingehaald. Ik herinnerde me niet meer precies hoe het parcours liep, maar het strand ging verrassend goed. Bij de strandovergang probeerde ik te blijven rennen, maar het was zwaar. Oh ja, los zand… kleine stapjes, dat werkt. De eerste klim omhoog was pittig, maar gelukkig snel voorbij. Heerlijk, de bossen in! Hier en daar wat hoogtemeters en los zand, en ik voelde meteen hoe zwaar het werd. Mijn hartslag schoot binnen zeven minuten naar 180. Een echte warmin-up kan je het niet noemen, maar dat was niet erg. Mijn hartslag stabiliseerde gelukkig snel.

Voor mijn gevoel hadden we al 1000 hoogtemeters gehad toen we weer op het strand kwamen. De wind in de rug, de zon op mijn gezicht… zo fijn! Hier kon ik inhalen. Maar de volgende strandovergang omhoog moest ik lopen en werd ik terug ingehaald. Ik heb geleerd dat je beter omhoog kunt lopen om energie te sparen, maar het blijft lastig als je wordt ingehaald. Op een gegeven moment dacht ik: 4e worden is ook prima. Maar nee! Waarom zou ik daarvoor gaan als het zo goed ging? Die gedachte zette ik meteen om in motivatie en probeerde op de afdalingen mijn winst weer te pakken.

En toen… de Meeuwenduinen. Zoveel mul zand, en het hield niet op! Inclusief nog meer hoogtemeters. De stukken die ik omhoog moest lopen werden steeds meer. Bij de drankpost besloot ik niet te stoppen en nam ik mijn gelletje bij 8 kilometer. Het parcours was weer prachtig. Waar ik mezelf vorig jaar al had opgeblazen, voelde ik me nu nog goed. De tijd vloog voorbij en het lopen ging beter dan verwacht.

Tegen het einde werd het vlak, waardoor ik nog kon versnellen en weer kon inhalen. Dat tempo wist ik daarna redelijk vast te houden. Ik wilde niet meer gaan wandelen op de hoogtemeters, en dat lukte aardig! Het werd ondertussen wel warm en ik had spijt van mijn lange broek. Eindelijk weer het bos in! De laatste duinovergang naar het strand… en daar stond Kevin met Angela en de kindjes. Ik werd gewoon emotioneel toen ik ze zag. Kevin had ik vervloekt dat hij niet mee kon lopen en ik het dus alleen moest doen. Hij riep dat ik 3e stond, maar dat er iemand vlak achter me zat. Dat gaf me de laatste boost die ik nodig had!

Bij de trap stond Cis. “Ik sterf,” riep ik naar haar. Waarop zij droog antwoordde: “Sterven doe je straks maar.” Precies wat ik nodig had! Ik liep de trap op en hoorde dat ik als 2e over de finish kwam. Wat een race!

Vorige
Vorige

CANICROSS - 3km

Volgende
Volgende

Sportieve terugblik op 2024