Kustmarathon Zeeland 2024

Vandaag sta ik weer aan de start van de Kustmarathon in Zeeland. Dit is de tweede keer dat ik meedoe, dus ik weet een beetje wat ik kan verwachten. De eerste keer had ik goed getraind op lange afstanden. Ik liep tot 32 km en wist dat ik de laatste kilometers wel op karakter zou kunnen halen. Terugkijkend op de editie van 2023, was het echt een pittige editie. We hadden windkracht 5 tegen op het strand, en rond kilometer 32 herinner ik me dat ik echt niet meer kon. Hoe ik de duinen nog ben opgeklommen, weet ik niet meer. Toch finishte ik in 4 uur en 7 minuten, en daar was ik zo trots op! Ik liep deze marathon namelijk binnen 11 maanden vanaf mijn start met hardlopen. Voor mij was dat het besef dat je zo veel meer aan kan dan je van te voren denkt.

Dit jaar heb ik wat minder op lange afstanden getraind. Ik heb een paar keer een halve marathon gelopen en twee weken voor de start deed ik mee aan de 7 Heuvelen Trail in Nijmegen. Ik liep 28 kilometer en met de hoogtemeters omgezet in wegkilometers wist ik dat ik ongeveer 32 kilometer zou kunnen halen. Fit voelde ik me wel, zelfs fitter dan vorig jaar, maar tijdens een marathon weet je nooit hoe het echt gaat zijn. Wat ik wel wist is dat ik het zou kunnen.

De weersvoorspelling was gunstig: ongeveer 15 graden en een lekker zonnetje. Dat leek me ideaal, want over het strand lopen met zon is echt fantastisch. Het was ook de eerste keer dat mijn gezin me kwam aanmoedigen. Tot nu toe had ik alle evenementen alleen of met andere supporters langs de kant gedaan. Deze keer maakte hun aanwezigheid het extra speciaal en daar werd ik ook een beetje zenuwachtig van. Dat merkte ik vooral de avond van tevoren tijdens het klaarleggen van mijn spullen. Voor mezelf ben ik altijd snel klaar; een goede voorbereiding doe ik toch maar half en als ik iets vergeet, is dat mijn eigen probleem. Maar nu kwamen er luiers, doekjes, eten, schone kleding enzovoorts bij kijken. Hebben we alles? Ja, vast wel! De tassen stonden klaar.

Ik had het loopvestje van mijn zusje geleend, omdat ik de hele week twijfelde of ik met of zonder vestje wilde lopen. Tijdens de trail twee weken geleden ontdekte ik dat een flesje vasthouden echt niets voor mij is en een flesje in mijn broek proppen ook niet. Dus besloot ik toch met vestje te lopen. Die dag stuurde Bjorn, een vriend van mijn neef me een berichtje of hij me tijdens de marathon zou moeten bevoorraden en daar zei ik ja op. Ik was van plan om met mijn neef, Kevin mee te lopen in hetzelfde tempo en anders wist ik dat ik prima zonder veel drinken kon.

Ik nam drie gelletjes mee, één voor elke 10 kilometer en drie flesjes van 500 ml met sportdrank. Ik koos mijn ‘snelle’ schoenen, die ik voor mijn verjaardag had gekregen en die een halve maat groter waren dan mijn vorige. Tijdens de halve marathon van Burgh-Haamstede had ik namelijk mijn teennagels eraf gelopen en dat was niet de eerste keer.. Dat gebeurde ook tijdens de marathon van Leiden. Ik wist dus zeker dat mijn schoenen te klein waren. Op mijn nieuwe ‘snelle’ schoenen had ik echter nog niet veel gelopen, alleen twee keer 10 km tijdens de triatlons. Ach, dat zou wel goedkomen.

Qua kleding koos ik mijn korte strakke broek en mijn Nike trail shirt, waarop een smeervlek zit die ik er niet meer uit krijg. Gelukkig zou het vestje over deze vlek vallen.

Zaterdagochtend was ik al vroeg wakker, om half 6 stond ik op. Ik vind het fijn als ik rustig mijn ochtendritueel kan doen. Daar hoort een kop koffie met een shot espresso bij en daarna kan ik meestal meteen naar het toilet. Ontbijten doe ik normaal gesproken niet, maar tijdens een race weet ik dat het nodig is. Ik maakte een kommetje kwark met nootjes en een banaan, die ik in de auto zou opeten. Alles verliep lekker rustig en om half 8 maakte ik de kinderen wakker. We zouden om 8 uur vertrekken, zodat we op tijd bij mijn neef zouden zijn. Dat lukte prima. In de auto genoten we van de prachtige zonsopgang. De ochtenddauw met de opkomende zon was een geweldige combinatie om de dag mee te beginnen.

De autorit was gezellig en verliep soepel. Bij Kevin aangekomen maakten we de laatste dingen klaar. De flesjes gaf ik mee aan Bjorn en ik had er eigenlijk wel zin in. Ik voelde me niet zenuwachtig, wat fijn was, want vroeger was ik altijd erg gespannen als ik ‘moest presteren’.

Om half 11 vertrokken we naar Burgh-Haamstede. We parkeerden de auto en liepen naar de Burghse Ring. Daar waren we vroeg en ik kon nog snel een dixie in zonder te hoeven wachten, wat prettig was. Onze supporters vertrokken om half 12 naar het eerste punt om ons aan te moedigen en wij gingen klaarstaan in het startvak. Voor het eerst sprak iemand me aan die ik niet echt persoonlijk kende, maar die me via Instagram tips had gegeven over voeding voor een marathon. Dat was best leuk, hoewel ik erg slecht ben in namen en gezichten onthouden, dus ik herkende diegene natuurlijk niet.

Er werd afgeteld en het hele startvak deed mee. Daar gingen we, met een grote groep vertrokken we door Burgh-Haamstede. Ik zette mijn muziek aan en probeerde me echt op mezelf te concentreren. Dat vind ik zo leuk aan de Kustmarathon: op een gegeven moment loop je bijna alleen over het parcours, niet meer als een kudde paarden achter elkaar aan. Het voelde echt zo. We gingen al snel de smalle bospaden in, waardoor ik mijn eigen tempo niet kon vinden. Inhalen lukte niet, en ineens moesten we zelfs op de rem om vervolgens weer te starten. Het begin vond ik daardoor niet zo prettig, maar de kilometers gingen wel snel voorbij. Ik kende dit stuk van de halve marathon die ik hier eerder had gelopen.

De eerste duinovergang was stijl en pittig, maar dankzij mijn trailervaring wist ik hoe ik efficiënt omhoog kon lopen, en dat ging verrassend goed. Ik realiseerde me dat een rustige start beter voor me zou zijn, dus accepteerde ik het lagere tempo. Gemiddeld liep ik ongeveer 5:20 per kilometer, en mijn hartslag bleef constant, wat een goed gevoel gaf.

Bij kilometer 6 gingen we het strand op. Mul zand blijft zwaar en er kwam zand in mijn schoenen, dat herinnerde ik me nog van vorig jaar. Toen kwam ik het strand af met een zandbak in mijn schoenen, maar dit keer viel het mee. Het strand was ongeveer 2 kilometer lang en prima te doen, een leuke afwisseling. Het weer was ook fantastisch. Bij kilometer 8 kwamen we op de deltawerken, waar het tempo omhoog ging naar 5:00 per kilometer. We haalden groepen mensen in en liepen super constant. De zon, de zee, de deltawerken – het was prachtig.

Bij kilometer 10 nam ik mijn eerste gelletje en dronk ik mijn eerste flesje leeg, zoals ik had gepland. Ik moest meerdere keren tegen mezelf zeggen dat ik mezelf aan mijn plan moest houden wat eten en drinken betreft. Bij het 10 kilometerpunt stonden Angela, de kinderen en Pieter voor het eerst langs de kant. Het was maar kort, maar echt leuk om ze te zien! Bjorn liep even met ons mee om de flesjes te wisselen, en dat ging ook soepel.

Tot kilometer 20 liep ik heel steady. Daar stond Bjorn alweer, ik had nog niet eens gedronken van mijn flesje, dus ik sloeg deze wissel over. Wel nam ik mijn tweede gelletje, nog voordat we weer het strand op zouden gaan. ‘Oke’, het strand komt eraan. Ik ken het strand bij Vrouwenpolder; afgelopen zomer ben ik daar nog geweest. Het voelt alsof je een kilometer door het mulle zand moet ploeteren voordat je bij de waterkant bent, maar dat was natuurlijk maar 500 meter, toch was het zwaar. Het is lastig om je voeten goed neer te zetten, laat staan om echt vooruit te komen. Op het strand besloten we om ongeveer 5:30 per kilometer te lopen, en dat ging heel goed.

Na 8 kilometer strand ploeteren gingen we er weer af, door het mulle zand en een stijle duinovergang over. Hier heb ik gelopen, wat nauwelijks sneller ging dan rennen. “Billen bij elkaar en gas erop”; dat zou mijn vader gezegd hebben. We waren al bij kilometer 28 en in mijn hoofd was ik er bijna. “Nog maar 10 kilometer, dat kan je wel,” dacht ik steeds. Bjorn kwam weer een flesje wisselen en dit keer was ik blij dat hij er al was. Mijn flesje was op het strand al leeg gegaan. De duinpaden naar Domburg waren zwaar, met flink wat hoogtemeters en trappen.

Langzaam begon ik mijn knieën te voelen, waarschijnlijk door het strand. Ik bedacht me ook dat het niet handig was dat ik op deze schoenen nog geen lange afstanden had gelopen. Daarom nam ik op het strand een ibuprofen, omdat ik liever de pijn onderdruk dan dat ik door de pijn mijn loopstijl aanpas en daarmee blessures riskeer. Ik vond het strand zwaar, mijn hoofd bleef maar herhalen dat het zwaar was.

Ik herinnerde me van vorig jaar dat ik me rond kilometer 32 echt slecht voelde. Dit keer voelde ik me nog alsof ik op 20 kilometer zat! Het ging echt verrassend goed, en ik kon genieten van de omgeving. Toch duurde de zeedijk van Domburg naar Westkapelle langer dan ik had gehoopt. Ik heb vaak tegen mezelf moeten zeggen dat ik dit kan en dat het een ‘mindgame’ is. Ik herinner me een stuk uit ‘kamp van koningsbrugge’ waarin gezegd werd dat als het echt zwaar wordt en je niet meer kan je nog maar op 40% van je kunnen zit. Dit hield ik mezelf steeds voor en daardoor kon ik ook weer uit mijn gedachten komen. “Gewoon je ene been voor je andere been zetten, komop Eline je kan dit wel, jij wilde dit doen, je wil onder de 4 uur lopen, komop, janken doe je straks thuis maar.”

Maar eenmaal in Westkapelle, rond kilometer 37, wist ik dat ik er bijna was. Het echte aftellen begon. We hielden nog steeds ons tempo goed vast, en Bjorn kwam nog een keer langs om de flesjes om te ruilen.

De trappen op en weer af, en toen begon het laatste stuk strand. “Shit, het was hoog water”. Ik had hier al een waarschuwing voor gekregen via Instagram, maar dacht dat het wel zou meevallen. Het was een keuze tussen door het mulle zand ploeteren of door de waterkant met natte voeten lopen. Ik koos voor natte schoenen, want we waren er toch bijna, en mijn knieën konden dat mulle zand niet meer aan. Van het strand af, begon de allerlaatste kilometer. Daar stond ons supportteam, en ik kreeg zoveel energie van hun aanmoediging dat ik zelfs nog kon versnellen en voor de finish een paar mensen inhaalde.

Ik voelde me geweldig! Ik was niet compleet gesloopt, maar had wel alles gegeven. Het plan om onder de 4 uur te finishen was gelukt, en ik was zo trots op mezelf! Het was super fijn om samen met Kevin te lopen. Soms liep hij voorop en kon ik me aan hem optrekken, en andere stukken liep ik voorop en kon hij zich aan mij optrekken. Hij kreeg al snel kramp en had een ontsteking aan zijn voet, maar hij zette gewoon door, echt respect voor hem.

Het was echt een geweldige ervaring!

De omgeving was prachtig, het weer was perfect, het samenlopen met Kevin was fijn, en als kers op de taart was het supportteam geweldig! Het voelde alsof ik de hele marathon met een runners high had gelopen, en ik lijk er nu, twee dagen later, nog steeds in te zitten.

De terugweg naar de auto ging nog goed. Ik trok mijn schoenen uit, en ja hoor, daar waren ze weer: de twee blaren op de tenen naast mijn grote teen. Shit, toch weer. Gelukkig had ik er tijdens de race weinig last van. De spierpijn begon de volgende dag, maar nu ik dit schrijf op maandag 7 oktober, is het al bijna weg. Ik heb vanmorgen zelfs mijn benen los kunnen fietsen.

Vorige
Vorige

Naar de top van de Zugspitze (2962m)

Volgende
Volgende

Mijn allereerste Podiumplek: Triathlon Zierikzee