Naar de top van de Zugspitze (2962m)
De Zugspitze, de hoogste berg van Duitsland, stond niet bepaald op mijn bucketlist. Maar na enthousiaste verhalen van collega’s over klettersteigen, begon ik toch nieuwsgierig te worden. Het idee dat ik dat óók zou kunnen, leek me spannend én tof. Gelukkig is mijn neef Kevin ervaren in zulke avonturen, en we hadden al gepland om samen te gaan trailrunnen en hiken. Hoe dichterbij de trip kwam, hoe meer het begon te kriebelen: ik wilde klimmen!
Zoals zo vaak begon ik niet al te voorbereid aan deze reis. Voor het trailrunnen had ik mijn spullen bij elkaar gesprokkeld: een nieuwe trailrugzak gekocht, hier en daar wat geleend. Maar voor het klimmen? Geen idee wat ik nodig had. Ik kocht een goede wandelbroek, leende merino-kleding en sokken van mijn moeder en had nog schoenen liggen. Deze waren wel een halve maat te klein, maar ach, in Nederland liep ik er zo 20 kilometer op.
Toen ik op kantoor vertelde over onze plannen, wezen collega’s me op wat belangrijke zaken: altijd een back-upplan hebben, een turnaround time bepalen en bij sneeuw op de gletsjer goed afwegen of je verdergaat. Gelukkig ging onze geplande route niet over een gletsjer, dus ik dacht: dat zit wel goed. Vol vertrouwen vertrok ik.
Dag 1: Sneeuw, zon en steile paden
We reden ’s nachts naar Oostenrijk, zodat we de volgende ochtend direct konden beginnen met hiken. Het idee was om met de kabelbaan omhoog te gaan, maar die bleek dicht. Dan maar te voet! Vanaf de start liepen we al door sneeuw, iets wat we niet hadden verwacht. Het voelde meteen alsof we in niemandsland waren. Ons doel was de Wiener-Neustädter-Hütte. Terwijl wij in de schaduw liepen, zagen we de zon schitteren over het dal.
De eerste kilometers gingen steil omhoog – iets waar ik totaal niet aan gewend ben, want hoogtemeters kennen we thuis amper. Het pad werd steeds lastiger, met losse stenen en smalle paden langs steile randen. We zagen zelfs wild op de berg! Ondanks het gebrek aan slaap en energie genoot ik intens. De sneeuw werd dikker en het uitzicht steeds spectaculairder.
Bij de hut aangekomen maakte Kevin een soepje en ik at een eiwitreep. Tegen de wind zochten we beschutting, want stilstaan betekende direct afkoelen. Gelukkig had Kevin suikerpinda’s mee. Geen idee wie eraan denkt om zoiets mee te sjouwen, maar wat waren ze lekker!
We besloten de top niet te beklimmen. Routes waren afgesloten door het weer, en verstandig als we waren, liepen we terug naar beneden. Dat bleek nog een flinke uitdaging: glibberen en glijden over onbegaanbare paden. Mijn A/B-schoenen waren duidelijk niet geschikt, maar met extra voorzichtigheid ging het wel. We liepen door een sprookjesachtig bos vol mos en genoten van de prachtige omgeving.
Via een omweg langs de Eibsee, waar het druk was met toeristen, bereikten we ons appartement in Mittenwald. Het dorpje was uitgestorven, maar het appartement was ruim en heerlijk warm. Na een snelle douche en een goed diner in een klein, druk bezocht restaurantje maakten we plannen voor de volgende dag. Ik drong erop aan om te klimmen. Het weer was goed, en als we het deden, dan het liefst nu we nog fit waren. We legde onze spullen klaar en gingen slapen.
Dag 2: De Zugspitze
De Zugspitze, de hoogste berg van Duitsland, leek me de ultieme uitdaging. Onze route, “Durch das Höllental auf die Zugspitze,” bevatte een B/C-klettersteig en was bestempeld als moeilijk. Kevin schatte in dat ik het aankon. We besloten de spullen in te pakken en bij de gletsjer te kijken of we verder zouden gaan, want we hadden maar één paar stijgijzers.
Om half 8 startten we. Het pad was goed begaanbaar en al snel hadden we een prachtig uitzicht over de Eibsee. Toen begon het echte werk. Smalle paden, steile stukken en het eerste deel van de klettersteig: de Riffelschartensteig. Dit voelde al als een uitdaging, met losse stenen en diepe afgronden.
Halverwege trok ik mijn klimuitrusting aan, wat even wennen was. Het zekeren ging moeilijk door mijn grote handschoenen. Het was fijn om even te oefenen. Na 4 uur klimmen kwamen we op een prachtig punt van de route. Omringd door bergen en de zon die erboven uit scheen en op ons gezicht terecht kwam. We zette onze daling in om te kunnen beginnen aan het tweede deel van de klettersteig. Dit keer een steile trap omhoog, waar enkele treden ontbraken. Ik zag geen mogelijkheid om omhoog te kunnen klimmen. Kevin hielp me. Een maal op een wat vlakker stuk merkte ik dat mijn knieën beefden van de spanning en daar had ik geen controle over. Ik vond het spannend, omdat ik geen controle had over de situatie. Kevin dacht dat ik het koud had en legde uit dat hij dit soort dingen wel onder controle heeft en dat ik gewoon hulp moet vragen als het even niet lukt.
Bij de gletsjer trokken we warme kleding aan. Kevin, zonder stijgijzers, zigzagde voorzichtig over het ijs, terwijl ik stabiel bleef dankzij mijn uitrusting. Het kostte veel tijd, maar we waren op schema. Daarna volgde weer een steile klim. Een paar keer moest Kevin me helpen als ik geen grip kon vinden. Een man liep zeker 45 minuten op ons voor, we zagen hem klimmen en besefte ons dat de weg naar de top langer was dan gedacht. De klettersteig was geweldig, ik genoot van het klimmen en de uitzichten. De adrenaline gierde natuurlijk wel door mijn lijf, maar angst voelde ik pas toen mijn handen door de kou verstijfden en ik mezelf niet meer kon zekeren.
Doordat er sneeuw was gevallen waren er stukken van de klettersteig niet goed begaanbaar en konden we onszelf niet meer zekeren. Ik zag dat Kevin zijn touw pakte en er knopen in begon te leggen. Ondertussen werd het donker en trok de mist op. De mist, daar hadden we het kort van te voren over gehad, een reden van het overlijden van vele ultrarunners in de bergen. Kevin had zich vastgemaakt aan het laatste zekerpunt van de klettersteig en begon te klimmen. Dit stukje filmde ik nog, ik wist niet wat me overkwam en wat we gingen doen. Het uitzicht daarentegen was adembenemend mooi. De zon zakte weg en het uitzicht was prachtig! Kevin riep dat ik kon komen, dat betekende dat hij vast zat. Ik klom snel naar boven en vanuit daar gingen we weer verder. Bij een lastige passage kwamen we twee mannen tegen. Ze durfden niet verder en wachtten op de bergredding. Kevin en ik klommen door, we hadden geluk dat een van de twee mannen vast zat aan een zekerpunt. Ons touw was te kort en we konden ons via hem toch zekeren. Ondanks de kou en het gebrek aan zicht gingen we door het voelde alsof we geen andere keuze hadden. Mijn handen waren ondertussen zo koud dat het zekeren nauwelijks meer ging. Er kwam een stijl en glad stuk aan. Kevin ging voorop met zijn ijsbijl zette hij kleine stappen, schopte zo hard in de sneeuw dat er voor mij een pad ontstond. Althans dat was het plan. Doordat het ineens donker werd zag ik geen pad meer en klom ik precies daar waar hij niet was geweest.
Plotseling gleed ik uit. “Kevin, ik heb geen grip, ik val!” riep ik. Voor mijn gevoel duurde dat moment wel 10 minuten en was ik als een vliegende eekhoorn tegen de berg aan geplakt. Ik durfde niet te veel te bewegen, omdat ik Kevin niet zag, had ik geen idee of hij wel goed vast zat. Kevin hield me stevig aan het touw en trok me omhoog. Ik klom zo snel als ik kon omhoog. Kevin zekerde mij en we klommen door. Het laatste stukje voor we boven op de kam van de berg waren. Daar konden we ons weer goed zekeren en op het moment dat ik vast zat begon alles te trillen en raakte ik voor het eerst echt in paniek. Ik besefte dat dit een paniekaanval was. “oke sprak ik tegen mezelf, je hebt een paniek aanval, je hebt het overleefd en er is niks aan de hand, je bent er bijna, gewoon ademen, neus in mond uit. Dat ademen ging met veel geluid en al snel zakte de paniek weg. We konden door. Op dat moment kwamen de reddingswerkers voorbij. Zij vertelde dat het vanaf nu goed te doen was, dat gaf vertrouwen. Er passeerde ons wel 8 mensen, jeetje, zijn er echt zo veel mensen nodig? Eentje keek mij aan en vroeg of het goed ging. Ik vraag mezelf nog steeds af waarom hij mij niet meteen mee had gesleurd verder naar de lift, ik stond zo te beven en moest mezelf inhouden niet te huilen, het kan niet zo zijn dat hij de paniek in mijn gezicht niet zag. Maar ach, op dat punt dacht ik ook; nu wil ik het ook zelf doen ook! We deden op dat punt ons lampje op en klommen verder. Eenmaal bij de top, was de opluchting enorm. Ik herinner me nog dat Kevin zei; dit stuk doen dikke toeristen ook op hun slippers. We waren bij het einde. Die hele top heb ik trouwens niet gezien, pas toen we bij de lift waren, het interesseerde me op dat moment niet.
Slapen in een schuur op de top
Aangekomen bij de lift, wisten we dat we nog mee naar beneden konden vanwege de reddingsoperatie van de twee mannen. We stonden klaar om mee in te stappen tot de man van de lift aangaf dat we ongeveer €3000 per persoon moesten betalen. Kevin keek mij aan en ik zei meteen; “nou dat gaan we niet doen. Dat betaal ik echt niet, ik klim nog liever naar beneden’’. Kevin stond er hetzelfde in. Ik bedoel daar kan je een nieuwe fiets van kopen en daarbij had ik dat geld op dat moment helemaal niet. We vroegen of er nog een andere optie was. Die was er, dat was slapen op een bankje in een niet verwarmde ruimte. Gelukkig had de man van de lift al snel door dat wij daar de spullen helemaal niet voor mee hadden. Hij bracht ons naar een werkplaats, welke verwarmd is, omdat de apparatuur daar natuurlijk niet mag bevriezen. Hij pakte kussens uit het restaurant, toverde ergens viezige dekens vandaag en legde dat op de grond. Prima, wij vonden het allang best, zoals we maar niet hoefde te betalen voor de lift. We zouden de volgende ochtend naar beneden klimmen. We pakte onze tas uit en keken hoeveel eten we over hadden. 1 warme maaltijd, 1 eiwitreep, 1 snicker, 2 gelletjes en een energiebar. Ik nam de snicker en eiwitreep, Kevind de warme maaltijd, welke hij met koud water moest bereiden. Hoe dat gesmaakt heeft hoop ik nooit achter te hoeven komen. De lamp in de schuur ging op sensor, ik nam mijn oorwarmers om mijn ogen te bedekken probeerde te slapen. Na een bewogen nacht werd er om half 7 op de deur geklopt. De man van de lift kwam vertellen dat hij zo naar met de lift naar beneden ging en dat wij mee mochten. Onze eerste reactie was ‘nee bedankt’. We kregen al snel te horen dat we voor het normale tarief mee mochten en dat hij het echt afraadde om te gaan klimmen aangezien het mistig was er 10 cm sneeuw was gevallen en het vroor. We kozen voor de lift.
We waren het erover eens dat dit een onvergetelijk avontuur was. We hadden geluk dat we de juiste spullen mee hadden en dat alles goed is gegaan, maar leerde ook veel. Het was spannend en zwaar, maar zo gaaf! Ik had nooit gedacht dat mijn eerste klettersteig zo’n ervaring zou worden, maar ik zou het zo weer doen. Al pak ik het dan toch net iets anders aan ;).