Mijn allereerste Ironman 70.3

Daar sta ik dan, in Hoorn

Mijn fiets heb ik afgegeven in de transitiezone, de tassen voor de wissel hangen klaar. Alles is gereed voor morgen: 22 juni 2025. De dag die vorig jaar nog zo ver weg leek, toen ik in juli het startbewijs kocht voor mijn allereerste Ironman 70.3.

Ik kon mezelf geen beter verjaardagscadeau wensen dan op mijn eigen verjaardag mijn debuut te maken in deze race. Het voelde voor mij als kers op de taart na het overwinnen van mijn postnatale depressie, het verliezen van 45 kilo na de zwangerschap en het feit dat ik letterlijk vanaf nul ben begonnen. Ik kon 2,5 jaar geleden nog geen kilometer hardlopen.

De betaling van €347,31 (en dat was nog exclusief de daglicentie van de NTB) was even slikken. Zou ik het écht gaan doen? Maar ik twijfelde niet al te lang. Ik verdiende dit. Als ik het ooit in mijn leven wil doen, dan moet het nu. Ik ben fit en dit is het moment, je weet nooit hoe het lever loopt.

Vooruit plannen is dus wel echt een struggle. Het legt iets vast, iets waarvan je op dat moment nog niet weet of je het kan. Maar juist dat zorgde ervoor dat ik eindelijk een keer een echte triathlon zou doen, om te oefenen met de wisselzones en te ervaren hoe het er allemaal aan toe gaat. Ik had namelijk pas één keer eerder meegedaan aan een 1/8 triathlon. Maar goed, daar heb ik al genoeg over verteld. De aanloop naar deze Ironman verdient eigenlijk z’n eigen blog.


De week voorafgaand aan de race

De dagen voor het evenement twijfelde ik of het wel door kon gaan vanwege het warme weer. Ik had me daar nog niet echt op voorbereid. Daarnaast merkte ik dat ik alles begon uit te stellen. De informatie en regels waren zo overweldigend dat ik niet wist waar te beginnen. Gelukkig boekten we een week van tevoren nog een camping in Edam, op twintig minuten rijden van Hoorn. Zo kon ook Piet met de kinderen komen kijken, en had ik ’s ochtends een korte rit naar de start.

Een collega keek nog even naar mijn fiets. Een bikefit had ik nog steeds niet gedaan en ja dat staat nog steeds op de lijst. Op Instagram kreeg ik talloze goede tips via DM: een voedingsplan aanhouden, spullen vooraf in je tassen doen, met een petje hardlopen... Ik nam alles ter harte.

Op vrijdag begon ik vast met inpakken, ook voor de kinderen. Uiteindelijk besloten we toch maar met twee auto's te gaan, de fiets moest natuurlijk ook mee. We leenden de bus van Pieters vader en broertje, en mochten de daktent van Cis gebruiken. Superleuk om in te slapen!

Toet bracht ik naar mijn ouders. Hij was een dag eerder geopereerd aan een grasaar die zo diep in zijn oksel zat dat die alleen operatief verwijderd kon worden. Hij kon dus niet mee.

Alles geregeld, op naar de camping

Na check, check, dubbelcheck konden we vertrekken. Vrijdag sliep ik goed, ik wist dat ik zaterdag op de camping niet veel zou slapen. Ik hield mezelf voor: ik kan ook op weinig slaap presteren. Accepteren en loslaten.

Zaterdag was intens. Auto geparkeerd aan de boulevard, kinderen in de bolderkar, op naar het registratiepunt. Gelukkig was dat bij het strandje, waar de kindjes konden spelen terwijl ik mezelf registreerde. Ik kreeg een boel spullen mee, maar had vertrouwen in mijn voorbereiding. We deden alles in de daarvoor bestemde zakken en liepen over de boulevard terug naar de transitiezone. Eenmaal daar moest Pieter omdraaien met de kinderen, omdat we krap zaten met de tijd. Ik liep door en stalde mijn fiets, hing de tas op en twijfelde enorm wat ik nou wel en niet moest doen. Ik ben het maar gewoon aan andere mensen gaan vragen. Blijkbaar heb je de volgende ochtend nog genoeg tijd om de spullen in de tassen te doen en je banden op te pompen. Dit gaf een enorme verademing, omdat ik dan nu mijn gelletjes en drinken mee naar huis kon nemen. Zo gezegd zo gedaan, ik haalde mijn voeding en fietspomp weer op, liep terug naar de auto, net op tijd voor de parkeermeter. Parkeren was €5,50 per uur, twee auto’s, twee uur… ja, ik vind dingen snel duur 😉.

We reden naar de camping en pakten alles uit. De plek was fijn. We draaiden de auto om voor wat extra schaduw en reserveerden een tafeltje bij een restaurant. Even zwemmen, even ontspannen.

Carbloaden, kids en chaos

Eten schoot er een beetje bij in door het rijden en het ophalen van alle spullen. Ik moest natuurlijk wel gewoon genoeg eten vandaag.. In het restaurant bestelde ik een hamburger met friet, gewoon, omdat ik weet dat ik daar prima op kan hardlopen en wilde een gekke dingen proberen nu. Er kwam wel wat spanning: wat als ik in de ochtend niet naar het toilet kan? Wat als...? Maar ik probeerde te vertrouwen op mijn plan of beter gezegd: het plan in mijn hoofd. Eenmaal terug op de camping wisten we natuurlijk dat het voor de kinderen niet makkelijk zou zijn om te gaan slapen. Het was namelijk ook hun allereerste keer kamperen. Ik ging uiteindelijk met Kaat in een tentje liggen, maar kon mijn slaap niet pakken. Het was lawaaierig en de oordoppen hielpen niet genoeg. Achja, dan maar rusten.. Vroeg zei mam altijd als ik niet kon slapen: “gewoon gaan liggen en rusten, dat is ook goed voor je’’.

Raceday: 03:30u

Mijn wekker ging om half vier. Ik had besloten om ruim de tijd te nemen: koffie, ontbijt, wc. Iets voor vier stond ik naast de tent. Ik genoot zó van de rust. Het maanlicht scheen en langzaam werd het licht. Yes, yes yes, het bezoek aan het toilet was gelukt. Dat was echt mijn eerste overwinning van de dag. Ik appte mijn zusje vol trots dat het was gelukt haha en ik nu met vertrouwen door kon. Ik pakte mijn tas en ging naar de auto. Eenmaal onderweg kwam ik erachter dat ik iets was vergeten.. ik was mijn tijdsregistratieband vergeten en moest terug naar de camping. Gelukkig vond ik ‘m in de broekzak van gisteren.

Op de P+R parkeerde ik, omdat we hadden afgesproken dat de rest daar ook zou parkeren. Onderweg naar de transitiezone raakte ik aan de praat met een Zuid-Afrikaanse vrouw, zij was daar om haar zoon aan te moedigen. Toevallig was zij ook jarig vandaag. Dit vond ik al een bijzonder moment. In de wisselzone zette ik mijn bidons op de fiets, verdeelde de voeding. Ik miste wat gelletjes, maar kon er niet meer van wakker liggen. Mijn bidons zaten vol met elektrolyten en koolhydraten, en voor het fietsen had ik twee gelletjes. Dat moest voldoende zijn. Ik liep naar de dixi’s en deed mijn laatste zenuwplasje.

Starten met zwemmen

Bij de zwemstart deed ik mijn wetsuit half aan, dropte mijn tas en ging in het vak staan van 35-40 minuten wat een realistische tijd zou zijn voor mij. Ik dronk mijn pre-workout en deed niet mee aan alle ‘oppep dingen’ van degene die stond om te roepen. Ik bleef lekker in mijn eigen bubbel.

Voor ik het wist mochten we starten, ik stond gelukkig vrij vooraan. Duiken had ik niet geoefend, dus ik sprong het water in. Rustig begon ik met borstcrawl, in het tempo van de groep. Dat voelde goed. Ik kreeg een vertrouwd gevoel omdat ik niet langzamer zwom dan de rest.

Ik had mijn horloge zo ingesteld dat ik elke 500 meter een trilling kreeg. De eerste 500 ging in 1:57 – perfect tempo. De golven werden hoog en we hadden wind tegen. Ik had nog nooit met golven gezwommen. Af en toe deed ik wat schoolslag om mezelf te navigeren. Ik zwom soms scheef. Maar ik vond het zwemmen in de golven zwaar én geweldig tegelijk. Ik dacht nog aan mijn zusje en dat zij dit ook echt geweldig had gevonden. Doordat het zo’n uitdaging was, was ik minder bezig met de tijd en ging het zwemmen voor mijn gevoel best snel voorbij.

Na de draai hadden we de wind mee. Het ging sneller. Eindtijd: 1:57/100m gemiddeld. PERFECT. Tijdens het zwemmen ben ik wel echt meerdere malen overzwommen of heb ik mensen bij hun voeten gegrepen. Het viel al met al nog mee. Mijn duikbril besloeg omdat ik deze normaal van te voren met spug besmeur en afspoel in het water, dat kon vandaag helaas niet. Ik koos ervoor om hem gewoon even in het water tijdens het zwemmen te ‘klaren’. Ook verslikte ik mezelf een keer flink en moest er bijna van overgeven. Vooral omdat ik eraan dacht dat boten hun tanken wel eens legen in de haven en het dan vol met poep en plas ligt.


De wissel en het fietsen

Wisselzone ging rustig. Ik deed mijn zonnebrand op, schoenen aan, helm – check. Ik liep iets te ver en mijn fiets vinden was best een uitdaging. Ik zou ook wel gewoon een fel gekleurde, het liefst een gele, fiets willen. Dat valt echt beter op.

Bij het opstappen kwam een meisje naast me ten val. Ze raakte mij en viel. Ik voelde me zó schuldig, maar ik kon er echt niets aan doen. We fietsten langs het water, met wind mee. Ik hield mijn hartslag laag, hoog cadans. Alles voelde goed. Eerste tranen van de dag kwamen al. 36 km/u zonder moeite. Ik wist: straks wind tegen, nu profiteren. Mijn plan werkte. Voor het eerst rijdend een bidon gepakt bij de verzorging, nooit eerder gedaan maar dat was dus super fijn. Na 60 km werd het zwaarder, maar ik hield vol. Het voelde zo goed om tussen alle Tijdrit fietsen te fietsen en deze zelf ook in te kunnen halen. Het gaf mij zo veel vertrouwen in mezelf en in mijn fiets. Bij km 85 zocht ik mijn supporters en daar stonden ze! Ik schoot vol. Ik ging op het einde bewust wat langzamer fietsen en mijn benen voelde nog steeds goed.


Lopen

Wissel ging snel. Voor de zekerheid nam ik een ibuprofen. Geen idee waarom, vertrouwen, denk ik. Ik startte op 4:40/km het voelde alsof ik zweefde. Vertraagde bewust naar 5:00/km. Dat was mijn plan. Ik wilde graag rond de 5:00 blijven lopen en mezelf niet opblazen in de eerste kilometers. Tijdens de laatste bricktrainingen viel het lopen ontzettend zwaar. Ik kon eigenlijk niet goed plaatsen waarom het nu zo goed ging.

Bij km 3 stonden Pieter, de kids, mama en mijn zus. En wacht; wie zie ik daar met een grote gele ballon? Mijn zusje?! Ze zou er eigenlijk niet bij kunnen zijn en ik was echt totaal verrast dat ze er stond. De kinderen riepen "Hup mama!" Jep, daar kwamen ze weer, de tranen.

Het parcours was lang, met wind en regen. Ik vond de regen nog niet zo erg en de wind koelde lekker af. Tijdens het lopen kreeg ik ineens een geel bandje. Ik was helemaal verontwaardigd en wilde hem in eerste instantie niet aannemen. Ik kwam erachter dat dit de rondes waren die je moest lopen alvorens je mocht finishen. Eenmaal de draai om terug te lopen, viel de wind weg. Oef daar kreeg ik het toch wel ontzettend warm. Gelukkig kon ik naar het punt uitkijken waar iedereen stond om mij aan te moedigen en dat gaf zo veel verlichting. Ik vond de kilometers lang duren, echt heel erg lang. Ik nam een gelletje aan, die ik ook zo snel mogelijk weer uitspuugde, gatver wat was dat vies. Oke Eline: gewoon aan je eigen plan houden. Het werd super druk op het loopparcours omdat iedereen daar bij elkaar kwam om recht heen en terug te rennen. Zigzaggen, slalommen, werd de uitdaging en ik kon nog moeilijk mensen vinden die mijn tempo liepen. De laatste vijf km waren zwaar en hield het tempo wat ik had bijna niet meer vol. Ik wilde maar één ding: DE FINISH!!

Finish

Na mijn derde bandje mocht ik afslaan naar de finish.

IK HEB HET GEHAALD!!

Ik voelde een overwinningsgevoel dat ik nauwelijks kan omschrijven. Voor mezelf, voor mijn kinderen, voor Piet, voor iedereen die mij heeft gesteund.

Sponzen kneep ik uit boven mijn hoofd, op zoek naar de uitgang. Daar stonden Saskia en Carlijn. Yes nu was ik niet de enige die vol schoot, lekker samen janken! Snel door naar mijn familie, bloemen, champagne, de kinderen, het was alles wat ik me kon wensen.

Kaat kreeg mijn medaille. En mijn telefoon? Die leek in Maastricht te zijn volgens de live locatie, paniek bij de familie, maar die zat gelukkig gewoon in mijn tas.

We maakten een mooie foto, haalden mijn spullen op. We reden naar een mooi plekje aan het water om samen af te sluiten. Ik dronk een biertje en nam wat te eten. Het was mijn verjaardag en mijn ironman!

Het was echt ALLES!

Vorige
Vorige

Col de la Colombière

Volgende
Volgende

Vallen, opstaan en blijven trappen; hoe het fietsen begon